Waarom werkgevers juíst in oudere werknemers moeten investeren
De ene 65-plusser is de ander niet
Tijd dat werkgevers zich daarom anders gaan opstellen tegenover personeel dat de aow-leeftijd nadert, zegt hoogleraar arbeidseconomie Joop Schippers, die onderzoek doet naar de positie van oudere werknemers. ‘Bij veel bedrijven is het nu nog zo dat een arbeidsovereenkomst automatisch stopt zodra iemand de wettelijke AOW-leeftijd heeft bereikt. Voor werkgevers is dat lekker makkelijk: je hoeft niet na te denken of je een werknemer wilt houden of niet. Pas wanneer werknemers zelf aangeven te willen blijven, wordt er gekeken naar de mogelijkheden.’
Werkgevers zouden hierbij veel meer initiatief moeten nemen, vindt Schippers. Zij zijn het immers die vrezen voor personeelstekort en kennisverlies als het staartje van de babyboomers met pensioen gaat. ‘Er moet meer maatwerk worden geleverd: de ene 65-plusser is de andere niet.’ Waar de een op zijn 30ste een gezin heeft gesticht, zijn hele leven voor dezelfde werkgever heeft gewerkt en daar na veertig jaar echt klaar mee is, heeft de ander op zijn 50ste het roer omgegooid en een nieuw gezin met thuiswonende kinderen die hem jong houden. ‘Werkgevers moeten daarom ruim van tevoren informeren: over vijf jaar bereik je de pensioenleeftijd, hoe zie je dat voor je? Wil je doorgaan? En wat voor taken dan?’
Want hoewel het fysieke misschien minder wordt en de reactiesnelheid achteruitgaat, zijn er ook genoeg werkzaamheden die oudere werknemers prima afgaan. Zo zijn ze door hun jarenlange ervaring een bron van kennis en zijn ze stressbestendig doordat ze veel problemen al eens hebben meegemaakt. Ook uit onderzoeken blijkt het vooroordeel over het verminderen van de productiviteit van oudere werknemers niet per se te kloppen. Zo blijkt uit een Engelse studie uit 2018 dat er geen negatief verband is tussen de prestaties van bedrijven en het aantal oudere werknemers dat zij in dienst hebben. Daarnaast komt uit een onderzoek van een Amerikaanse personeelsbeleidorganisatie naar voren dat teams met gemengde leeftijden productiever zijn. Waar jongere werknemers bijvoorbeeld uitblinken in digitale kwaliteiten, kunnen oudere werknemers op hun kennis en ervaring bouwen. Juist die mix van talenten zorgt voor een sterk team.
Geef trainingen
Maar dan moeten werkgevers natuurlijk wel in oudere werknemers blijven investeren en niet denken: we sturen ze niet meer naar een training of cursus, want ze zijn uitgeleerd. ‘Je ziet langzaamaan een verandering bij werkgevers’, zegt Schippers. ‘Leidinggevenden zijn zich er meer en meer van bewust dat ze het oudere personeel de komende tijd nodig hebben. Maar als je twintig jaar niets hebt gedaan aan het onderhoud van menselijk kapitaal, dan krijg je dat ook niet zomaar in een keer gerepareerd. Een werknemer van 50 jaar gaat misschien nog wel twintig jaar mee.’
Want dat we later met pensioen gaan, is een feit. Was de gemiddelde pensioenleeftijd in 2006 nog 61 jaar, in 2018 was dat volgens het CBS al 65. Natuurlijk met name vanwege het ophogen van de AOW-leeftijd en niet per se omdat mensen zelf graag langer door willen werken. Sterker nog: een groot deel van de bevolking snakt naar zijn pensioen. Volgens de pensioenmonitor van Wijzer in Geldzaken wil 70 procent het liefst eerder stoppen dan de AOW-leeftijd. Vooral bij zware beroepen kan het heftig zijn om langer door te moeten.
Het demografisch instituut Nidi pleitte eerder al voor een rechtvaardiger pensioen, waarbij laagopgeleiden eerder mogen stoppen. Die zijn nu in het nadeel doordat ze vaak zwaardere beroepen hebben, al op jongere leeftijd zijn begonnen met werken en minder oud worden.
‘Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt en denkt: ik stap met mijn vrouw in de caravan, is dat natuurlijk begrijpelijk en prima’, zegt Schippers. ‘Maar voor de werknemers die door willen, moet dat meer worden gestimuleerd. Op dit moment zijn de regelingen en afspraken voor oudere werknemers in Nederland totaal niet aanmoedigend.’